GEERT LENSINK, bouwman op het erve Lensink in IJzerlo, vermeld in 1648
(8), overleden voor 8.1.1671 (9). Hij huwde NN.
Het erve Lensink is een half erf (10)
en het ligt in de buurtschap IJzerlo alias Estijzer (11). Omstreeks de aanvang van de oudste generatie van deze stamreeks,
"gehort" het in 1618 de heer van Anholt (12).
In 1648 is het eigendom van de rentmeester Johan van Haghen en omvat het
, "huis en hof groot twee spint gesaeij, bouwt op die derde garve, heeft
als bouwlant 6 1/2 molder gesaeij ... met een rije eicken boomen om te
huijs" (13). Omgerekend is het bouwland
circa 3,7 hectare groot (14).
Kinderen (15), volgorde naar hun
huwelijksdata, 1. GEERT LENSINK, Hij huwde 1e voor 8.5.1661 met Ida
Te Hengeveld. Belijdenis op Michaelis (8 mei) 1661 "Geert Lensink en Ide
ten Hengevelt sijn huijsvrouw" (16). Hij
huwde, ondertr./tr. 2e Aalten 8/29.8.1675 met Aaltje ter Cluse, dochter
van Tonis Ter Cluse in Dale, "Geert Lensinck wed(uwnaar) van Ida te Hengevelt
op den Estijser en Aaltje ter Cluse n(agelaten) d(ochter) van Tonis ter
Cluse in Dale". 2. STIJNE LENSINK. Belijdenis Kersmis 1673. Zij huwde,
ondertr./tr. Aalten 29.4/24.5.1677 Jan Langenhof, zoon van Hendrik Langenhof
in Barlo. 3. HENDRICK LENSINK alias
KAPPERS, volgt II. 4. DEVE LENSINK. Belijdenis Kerstmis 1672. Zij huwde
ondertr./tr. Aalten 7/28.9.1673 met Geert Ter Slicht, zoon van Berent Ter
Slicht in Barlo. Vermoedelijk nog 5. GEERTJEN LENSINK, belijdenis Kerstmis 1678.
II - De tweede generatie
HENDRICK LENSINK alias KAPPERS. Belijdenis Pinksteren 1669.
Op en na 24.12.1671 genoemd, "Hendrik Kappers in de Heurne", boer, overl.
na 10.5.1722. Hij huwde ondertr./tr. 1e Aalten 8.1/9.2.1671
(als Hendrik Lensink) Lijsken Thijsen, als Lijsken Ten Tijhuis belijdenis
Pasen 1667, overl. tussen 25.3.1683 en 28.6.1684, dochter van Lubbert Thijsen
op den Estijserlo. Hij huwde 2e, ondertr./tr. Dinxperlo/Aalten
28.6/20.7.1684 (als Hendrik Kappers weduwnaar van Lijsken Thijs) Lutte
Ormel, overl. na 2.7.1713 (17), dochter
van Jan Te Ormel en Dersken NN. Bij de bewijsvoering voor de identiciteit van Hendrick
Lensink en Henderick Kappers wordt gebruik gemaakt van een combinatie van
de waarschijnlijkheidsmethode, de eliminatiemethode en de vernoemingenmethode
(18). Het eerste en voornaamste bewijs
-de waarschijnlijkheidsmethode- voor de identiciteit van Hendrick Lensinck
en Henderick Cappers wordt gevonden in de zelfde vrouw's naam bij hun huwelijken;
als volgt. 1671, Den 8 (sten) Januarij Hendrick Lensinck n(agelaten) s(oon)
van zal(ige)n Geert Lensinck, Lijsken Thijsen d(ochter) van Lubbert Thijsen,
beijde op den Estijserlo. In margine: getrouwt den 9 (de) Feb(ruari). 1684... Henderick Cappers w(eduwnaar) van
sal(ige)n Lijsken Thijs in de Heurne, Lutte Ormel n(agelaten) d(ochter)
van Jan te Ormel in Dinxperlo. In margine: getrouwt den 20 (sten)
Julij. Voorts wordt nader bewijs geleverd
-eliminatiemethode- door het ontbreken van enige verdere vermelding van
het eerste echtpaar in de DTB van Aalten na januari 1671 maar daarentegen
het wel voorkomen van het echtpaar met de identieke voornamencombinatie
"Hendrik en Lijsken Cappers" op, en drie maal na, 21 december 1671 in Aalten
wanneer zij hun kinderen dopen. Dit laatste gepaard aan het ontbreken van
het huwelijk van Hendrik en Lijsken Kappers in Aalten noch hun voorkomen
in de trouwboeken van enig ander Gelders kerspel (19). Tot slot nog als bewijs -vernoemingenmethode-
de vernoeming van hun eerste zoon naar de overleden grootvader "Geert".
Tot zover de bewijsvoering.
Enkele gegevens omtrent de betreffende
boerderij Kappers. Het erve Kappers ligt in de buurtschap Heurne. Eind
zestiende eeuw wordt het aangeduid als een half erf (20).
De oudste thans bekende vermelding dateert van 1534 wanneer een zekere
Henrick Cappers en zijn vrouw Mette een jaarrente uit hun goed "Dat Cappers
Guet" verkopen (21). In 1618 is genoteerd
"Dat Kappers Goedt behort hemselven" (22).
In 1648 vermeldt het verpondingscohier dat het "Cappers goet is Jan Cappers
eijgehen toestendich. Heeft huijs, hoff groot een schepel gesaeij. Noch
een gaerden achter die schoppe van een halff schepel gesaeij. Aen bouwlant
5 off 5 1/2 molder saet. Is thientbaer aen Willem Raesvelt ende hem selve,
... heeft noch 1 molder saet slecht lant wer somtijdts gebouwt, somtijdts
geweijdet wordt" (23). Inclusief het slechte land, omvat
Kappers in 1648 dus evenals het goed Lensink circa 3,7 hectare bouwland.
Uit de aanduidingen van 1534, 1618 en 1648 kunnen we concluderen dat het
een allodiaal goed is. Uit het eerste huwelijk: 1. GEERT KAPPERS, ged. Aalten 24.12.1671. 2. DIRK KAPPERS, ged. Aalten 14.9.1673, overl. na 21.8.1745
en voor 9.3.1753. Hij huwde, ondertr./tr. Aalten 24.7/21.8.1701 met
Lotte Haartmans, dochter van Jeurden Haartmans op de Haart en Lumme Haartmans
(24). 3. HERMAN KAPPERS, volgt
III. 4. WILLEMKEN KAPPERS, ged. Aalten 25.3.1683, overl.
na 10.7.1718. Zij huwde, ondertr./tr.Aalten 6.9/11.10.1711 met Jan Te Apenhorst,
zoon van Berent Te Apenhorst. Waarschijnlijk uit het tweede huwelijk: 5. CEUPE KAPPERS, alias TEN TEUNTE, Bouwman op het
Teunte (25), overl. na 28.3.1748 en
voor 2.4.1757. Hij huwde, ondertr./tr. Aalten 13.9/11.10.1716 met Aaltje
Ten Teunte, ged. Aalten 25.5.1683, dochter van Henric Ten Teunte en
Aaltje NN. De doop van Ceupe is niet in het
doopboek van Aalten opgetekend. De redenen om hem op deze plaats in de
rij kinderen op te nemen zijn als volgt. Bij zijn huwelijk wordt hij genoemd
"soon van Henric Cappers in de Heurne". Zijn huwelijksdatum geeft als geschat
geboortejaar circa 1692 of eerder, aangenomen dat hij bij zijn huwelijk
minstens meerderjarig (24 jaar) was. Na de dood van Jan Kappers (zie 6.)
wordt hij als mombar (voogd) aangesteld als zijnde "de naste in den bloede"(26).
Aangezien Lubbert (zie 8.) ook nog leeft, moet Ceupe eveneens
een volle broer zijn van Jan voor de kwalifikatie "naaste in den bloede". Uit het huwelijk van Ceupe en Aaltje zijn 3 kinderen
bekend. Zijn zoon Gerrit en dochter Elizabet worden onder de naam Ten Tuijnte
gedoopt. Beiden trouwen onder de naam Kappers. In ieder geval vier kinderen
van Gerrit worden vervolgens in Aalten onder de toenaam "Tuunte" gedoopt
en twee hiervan wonen met die toenaam in 1823 nog op het Tuunte. Een dochter
wordt in Dinxperlo met de toenaam Kappers gedoopt en wordt bij haar overlijden
ook aangeduid als Hendrina Kappers. Uit het tweede huwelijk: 6. JAN KAPPERS, ged. Aalten 17.2.1689, boer
op Bemmer en Bosch, later genoemd Nieuw Kappers, ook genoemd Klein Kappers,
overl. voor 26.11.1740. Hij huwde, ondertr./tr. Aalten 25.7/15.8.1717 met
Enneken Kempink, ged. Aalten 23 juni 1700, overl. waarschijnlijk Aalten
18.4.1770, "een vrouw aan klijn Kappers (27)",
dochter van Henric Kempink en Aaltje NN. Zij huwde 2e, Aalten 26.11.1740
Herman Te Kiefte, alias Te Paske, alias Herman (Klein) Kappers (28),
zoon van Teunis te Kiefte. Jan Kappers heeft in 1740, blijkens
zijn nalatenschap met zijn zwager Jan Kempink samen, een huis op de grond
van het goed "Bemmer en Bosch"; ieder de halfscheid (29).
Dit erve wordt in 1748 ten tijde van de Liberale Gift, aangeduid als "Nieu
Kappers" en het wordt dan in ieder geval bewoond door Jan Kempink en Geertje
Kortbeek en vermoedelijk ook door Enneken Kempink en haar tweede echtgenoot,
Herman Te Kiefte alias Herman Kappers (30).
Over dit echtpaar volgen onderstaand nog nadere bijzonderheden. Voor de eerste maal komt de naam
"Klein Kappers" voor in 1763 in het begraafboek van Aalten; deze naam blijft
tot heden ten dage gehandhaafd. De conclusie lijkt gewettigd dat het huis
van Klein Kappers door de beide zwagers Jan Kempink en Jan Kappers, samen
gebouwd is (31). Met betrekking tot het overlijden
van Enneken Kempink het volgende. Het begraafboek van Aalten vermeld op
26 december 1764 "Jan Klein Kappers vrouw". Hiervoor komen twee vrouwen
in aanmerking: Enneken Kempink -hier genoemd- en ene Geertje Kortbeek,
gehuwd met Jan Kempink alias Jan Klein Kappers. Enneken Kempink is bij
haar overlijden -gesteld 1764- reeds bijna 24 jaar de vrouw van Herman
Klein Kappers (alias Herman te Kiefte) hetgeen het zeer onwaarschijnlijk
maakt dat zij dan bij haar overlijden nog als "Jan Klein Kappers vrouw"
wordt aangeduid. Later in de bijlagen bij huwelijksakten
van haar kleinkinderen wordt dit wel telkens gedaan en wordt voor de overlijdensdatum
van de grootmoeder 26.12.1764 vermeld (32);
een vergissing die regelmatig leidt tot foute filiaties! 7. GIJSBERT KAPPERS, ged. Aalten 3.5.1691. 8. LUBBERT KAPPERS, ged. Aalten 30.4.1693,
kerkeraadslid te Bredevoort, procedeert in 1726 tegen Helena Tolkamp, die
hem belasterde als zou hij haar "vleeselijk bekend ende bezwangerd hebben"
(33), woont in 1748 in het rot van Jannes
Weninck (34), overl. na 31 juli 1753. Hij huwde Bredevoort 10.5.1722 met
Anna Jagers, (Jegers) geb. Bredevoort, overl. na 31.7.1753, dochter van
Berent Jegers. Anna Jagers huwde 1e otr. Bredevoort 29.8.1697
Willem Rocholt (Richolt) zoon van Maximiliaan Richolt. Testeren mutueel voor het gerecht te Aalten
31 juli 1753 (35). Uit het huwelijk worden op 3 maart
1723 te Bredevoort twee zonen, een tweeling, gedoopt. Daarboven noemen
Abraham Schoemaker en zijn echtgenote Willemina Raben op 21 mei 1782 "hun
grootvader Lubbertus Kappers" (36).
Hieruit zouden we kunnen concluderen dat het huwelijk niet kinderloos was.
In het testament van 1753 is evenwel geen sprake van kinderen. Voorts worden
bij de Liberale Gift in 1748 geen kinderen opgegeven. Een en ander lijkt
met elkaar in tegenspraak. Uit nader onderzoek is echter gebleken dat Anna
Jagers uit haar eerste huwelijk met Willem Richolt (minstens) twee volwassen
geworden kinderen heeft, Maximiliaan en Maria Elisabeth. Deze laatste blijkt
de moeder van Willemina Raben. Lubbert Kappers is dus niet grootvader maar
"stiefgrootvader". De tweeling is vermoedelijk dus voor 1748 jong overleden.
Onduidelijk blijft overigens waarom in het testament de voorkinderen van
Anna Jagers niet genoemd worden. 9. LIJSKEN KAPPERS, ged. Aalten 12.1.1696. 10. AELTJEN KAPPERS, ged. Aalten 15.11.1697. 11. MARIE KAPPERS, ged. Aalten 10.7.1701.
III - De derde generatie
HERMAN KAPPERS, ged. Aalten 30.4.1676, bouwman op (Groot) Kappers (37),
overl. voor 20.6.1744. Hij huwde, ondertr./tr. 1e Dinxperlo
5/26.3.1713 met Aaltje Te Ormel, overl. tussen 20.9.1733 en 24.6.1735,
dochter van Derck Te Ormel. Hij huwde tr. 2e Aalten 24.6.1735
Geeske Leeland, ged. Aalten 29.12.1689, dochter van Geert Leeland en Enneken
NN. Geeske Leeland huwde eerder Aalten 6.8.1724 Jan Bouwmeester. Uit het eerste huwelijk: 1. AALTJEN KAPPERS, ged. Dinxperlo 14.4.1713. 2. LIJSSIEN KAPPERS, ged. Dinxperlo 4.11.1714. 3. JAN KAPPERS, ged. Dinxperlo 8.11.1716, landbouwer
"aan (Groot) Kappers", overl. Aalten 18.2.1808. Hij huwde Aalten 20.6.1744
met Toniske Te Kotte, geb. Boekhold ca. 1725, overl./begr. Aalten 8/13.7.1807,
dochter van Jurden Te Kotte. Ten tijde van de Liberale Gift in
1748 lag het Kappers in het Rot van Wolter Goorhuis; op het Kappers zijn
dan 4 paarden. Jan verklaart onder ede dat hij geen 500 gulden bezit maar
hij heeft wel "iets gefurneert". Zijn broers Gijsbert, Arent en Gerrit
werken bij hem als knechts (38). Bij zijn overlijden wordt aangetekend
dat hij op Kappers woonde; ook bij het overlijden van zijn vrouw staat
zulks vermeld. We kunnen dus concluderen dat Jan
Kappers zijn vader heeft opgevolgd als boer op Groot Kappers. Op 20 april 1790 verleent Jan Kappers
een volmacht aan zijn oudste zoon Hendrik Jan Kappers om de nalatenschap
af te wikkelen van zijn andere zoon Arent Kappers. Arent is blijkens de
volmacht overleden te 's-Gravendeel, waar hij als timmermansknecht werkte
bij Bastiaan van der Burght (39). 4. GERRIT KAPPERS, alias RENGELINK, ged. Dinxperlo
2.4.1719, landbouwer op Rengelink na 26.1.1756 (40),
overl. na 18.5.1782. Hij huwde Aalten 16.5.1750 met Janna Te Korte, geb.
In de Spork, overl. na 18.5.1782, dochter van Jurden Te Korte. Eén zoon wordt te Aalten gedoopt
met de toenaam "Rengerdink", t.w. Hendrik op 6.5.1759. Deze Hendrik blijft
uiteindelijk op de boerderij "Oud Rengelink" wonen en wordt met de toenaam
"Rengelink" aangeduid bij zijn overlijden. Zijn kinderen voeren eveneens
de naam Rengelink. 5. GIJSBERT KAPPERS,
volgt IV. 6. HENRIC KAPPERS, ged. Aalten 30.7.1724. 7. DERK WILLEM KAPPERS, ged. Aalten 2.2.1727, boer
op Buijtink in de Dinxperlose Heurne (1764) en in De Haart (na 1766), overl.
voor 5.8.1798 (41). Hij huwde Aalten
3.2.1759 met Aaltje Slotboom, ged. Aalten (Haart) 21.10.1736, dochter van
Jan Slotboom en Mechteld Ter Horst. 8. ARENT KAPPERS, ged. Aalten 4.3.1730, boer op Slotboom
stedeken, overl. na 29.9.1765 en voor 2.10.1767 (42).
Hij huwde Aalten 21.4.1759 met Henderske Slotboom, dochter van Jan Slotboom
en vermoedelijk Mechteld Ter Horst; zij huwde 2e Aalten 3.10.1767 Hendrik
Meijnen. 9. LIJSBETH KAPPERS, ged. Aalten 20.9.1733. Zij huwde
Aalten 17.3.1759 met Gerrit Te Veenhuis zoon van Geert te Veenhuijs (en
vermoedelijk Beerndsken NN en vermoedelijk ged. Aalten 30.1.1724) Opmerkelijk is dat de vier jongste
kinderen binnen een periode van drie maanden trouwen: van 3 februari tot
28 april 1759. Tot heden is de aanleiding onduidelijk.
IV - De vierde generatie
GIJSBERT KAPPERS, ged. Aalten 2.11.1721, boer en timmerman op (het plaatsje)
Ligters in de Heurne, overl./begr. Aalten 24/26.1.1808. Hij huwde Aalten
28.4.1759 met Christina Ligters, ged. Aalten 28.1.1734, overl./begr. Aalten
26/30.3.1808, dochter van Joost Brethouwer en Eva (Deve) Beekink
(alias Legters). Bij de boedelschulden in 1780 van
Hendrik Kappers is aan Gijsbert Kappers vier gulden schuldig voor een geleverde
doodskist. Dit is traditioneel een timmermansprodukt (43). Zij lenen op 15 april 1782 van de
heer Mr. P.R.V.V. van Lamzweerde en vrouwe H.C. van Hasselt, echtelieden,
tweehonderd Caroli gulden tegen 4 % -of bij betaling binnen zes weken
na de verschijningsdatum tegen 3,5 %- 'sjaars. Tot zekerheid verbinden
zij hun "eigendommelijke halfscheid van het plaatsje Ligters genaamd door
hunzelven bewoond...deeze halfscheid groot ongeveer 2 molder en 3 schepel
gezaaij" (44).
In hun nalatenschap bevinden zich
twee percelen bouwland met hun "zichtvreden" d.i. maairecht van plaggen
op woeste markegrond, genaamd de Legterskamp en de Heerenkamp en twee stukken
bouwland op de Heijdekamp met hun zichtvreden en houtgewas. Hun kinderen
en kleinkinderen -als gezamenlijke erfgenamen- verkopen deze bouwlanden
in 1808 (45).
Uit dit huwelijk: 1. HARMEN
JOOST (HERMEN JOOST) KAPPERS, volgt V. 2. AREND KAPPERS, ged. Aalten 8.2.1761, boer, overl./begr.
Aalten 23/25 juli 1795. Hij huwde, ondertr./tr. Aalten 8.4/5.5 1785 Willemina
Schepers, geb ca. 1752, overl. Aalten 16.11.1827 (46).
Zij huwde 2e ondertr./tr. Aalten 14.1/4.2.1797 Hendricus Akstege,
zoon van Jan Akstege. Akte van voogdij en de boedelinventaris wordt bij
haar tweede huwelijk opgemaakt op 13 januari 1797 (47). 3. KOENRAAD KAPPERS, ged. Aalten 17.10.1762, overl.
Aalten 8.6.1805. Hij huwde, ondertr./tr. Aalten 11.7/2.8.1795 met
Christina Brethouwer, ged. Aalten 19.5.1771, overl. Aalten 1.9.1818, dochter
van Harmen Brethouwer en Aaltjen Ligterink. Zij woont in 1808 "op het plaatsje
Legters (48) en in 1813 "op Ligters"
(49) Christina Brethouwer huwde 2e
ondertr./tr. Aalten 14.3/7.4.1806 Berent Snoeijenbosch, ged. Aalten (Haart)
18.3.1779, zoon van Arend Snoeijenbosch en Janna Heijink. Woonde op het plaatsje Legters in de Heurne
(50, 51). 4. HENDRIK WILLEM KAPPERS, ged. Aalten 1.7.1764, landbouwer
op Bullens in Barlo (52, 53),
overl. Aalten 26.5.1841. Hij huwde ondertr./tr. Aalten 29.4/16.5.1796 Dersken
Rutgers "op Bullens in Barlo", geb. Aalten 30.5.1751, overl. Aalten 17.3.1832,
dochter van Arent Rutgers en Derske NN. Zij huwde ondertr./tr. 1e
Lichtenvoorde 25.1/17.2.1782 Wolter Wisselink zoon van Garrit Jan Wisselink. 5. ELIZABETH KAPPERS, ged. Aalten 12.1.1766, overl./begr.
Aalten 24/26.9.1774. 6. GERRIT KAPPERS, ged. Aalten 23.8.1767, overl. Aalten
(Barlo huis 64) 11.3.1844. Hij huwde ondertr./tr. Aalten 5/28.2.1808 Engelina
Hietbrink, geb. Winterswijk (Corle) ca. 1772, overl. Aalten 27.5.1823,
dochter van Jan Willem Hietbrink en Geertjen Hietbrink (54).
Engelina Hietbrink huwde 1e ondertr./tr. Aalten/Dinxperlo 16.2/Aalten
10.3.1790 Gerrit Jan Freriks. 7. HENDRIKA KAPPERS, ged. Aalten 4.7.1769, overl. Aalten
9.3.1828. Zij huwde, ondertr./tr.Aalten 11.5/3.6.1792 met Lammert Te Kloese,
ged. Aalten 9.2.1766, overl.Aalten 19.12.1831, zoon van Hendrik te Kloeze
en Aaltje NN. 8. DELA KAPPERS, ged. Aalten 9.2.1772, overl. Aalten
18.7.1827. Zij huwde, ondertr./tr.Aalten 4/25.12.1801 met Gerrit Jan Weversborgh
alias Goossens, geb. Aalten (Lintelo) 28.10.1764, zoon van Derk en Gerritjen
Goossens (alias Weversborg); woonden op den Goosen in Lintelo (55).
Hij huwde 1e ondertr./tr. Aalten 3/26.7.1789 Hendersken te Boske. Hij huwde
2e ondertr./tr. Aalten 8.6/1.7.1792 Elsken Rensink. 9. GARRIT JAN KAPPERS, geb./ged. Aalten 16/22.1.1775,
landbouwer, knecht, overl. Aalten (op Lankhof) 7.3.1845. Woonde op (Groot)
Bokkel in Barlo. 10. ELIZABETH KAPPERS, ged. Aalten 22.1.1775, dienstbode,
overl. Bredevoort 24.8.1825.
Deze stamreeks werd eerder gepubliceerd in 1990: Stamreeks
Lensink alias Kappers. Van de Gelderse Achterhoek naar Zuid-Holland,
in: Krogt, Dr.P.C.J., e.a., Hollandse Stam- en Naamreeksen, Genealogische
vereniging Prometheus, Delft en Zuidhollandse vereniging voor genealogie
"Ons Voorgeslacht", Rotterdam 1990.
Volgens de status vermelding "nagelaten zoon / dochter
van" bij de huwelijken van zijn kinderen. Trouwboek Aalten Geref. 1665-1732.
10
B.Stegeman, Het oude kerspel Winterswijk. Bijdrage tot
de geschiedenis van een deel der voormalige heerlijkheid Bredevoort. Gijsbers
& van Loon, herdruk (Arnhem 1966). Blz 14. Vermoedelijk kwalifikatie
t.a.v. rechten in de Mark. Er bestaan volle erven, halve erven, drielingen
en katersteden.
11
Niet te verwarren: in de buurtschap Lintelo lag in deze
tijd eveneens een goed Lensink waarvan een eerste vermelding in 1425 bekend
is wanneer Johan Lensink ermee beleend wordt. Ten tijde van Geert Lensink
woont in Lintelo Lambert Lensink. Later verdwijnt dit Lintelose Lensink.
12
G.A. Aalten, Copie "Cohier 1618": Archief Staten van
Zutphen, inv. 1082 (?W82?). Verbael vant Kerspel Aelten, ingehouen 2 july
1618. fol.17.
13
R.A. Gelderland, Arnhem, Archief Staten van Zutphen,
Inv.304, fol 30 en 30 vo. Verpondingscohier Heerlijkheid Bredevoort, 1648.
14
H.K. Roessingh, Hoe zijn de Gelderse verpondingskohieren
uit het midden van de 17e eeuw ingericht ? In: Bijdragen en Mededelingen,
Gelre, Deel LXIII (1968/69), p.61-71.
15
De kinderen zijn gebaseerd op een inventarisatie van
de DTB van Aalten en omstreken. Hierbij is gebruik gemaakt van de collectie
"Gelderse Huwelijken" van het CBG. Criteria zijn "Geert Lensink" en "IJzerlo".
Er bestaat namelijk naast het erve Lensink in IJzerlo, ook een erve Lensink
in Lintelo.
16
CBG. Den Haag, DTB Aalten, Lidmaten register Geref.,
Microfiches collectie.
17
R.A.Gelderland, Arnhem, DTB Gerf.Dinxperlo. Doopgetuige
te Dinxperlo, 2 juli 1713, Derck z.v. Jan ten Apenhorst en Willemken Kappers.
18
R.F. Vulsma, Veronderstelling en bewijs in de genealogie.
In: Voorouders en hun werk, Nederlandse Genealogische Vereniging (1971),
p.250-257.
19
CBG, Den Haag, Collectie "Gelderse huwelijken", inventarisatie
op de namen (en varianten) Kappers, Lensink en Tijs.
R.A.Gelderland, Arnhem, Recht.Arch.Bredevoort Inv.548
Tutele en Curatele stukken, 12.3.1702 en 2.4.1705, Magescheid.
25
G.A. Aalten, Archief Drost en Geërfden van de Heerlijkheid
Bredevoort, Inv. 156 (Vermeij) fol.42. Kohieren Liberale Gift.
26
R.A.Gelderland, Arnhem, Recht.Arch.Bredevoort, Inv.559,
dd. 23 nov 1740, Magescheid.
27
R.A. Gelderland, Arnhem, DTB Aalten, Begraafboek.
28
R.A.Gelderland, Arnhem, Recht.Arch. Bredevoort Inv. 559,
23 nov 1740, Akte van scheiding en deling.
29
R.A.Gelderland, Arnhem, Recht.Arch.Bredevoort, Inv.559,
22/23 nov 1740, Scheiding en deling.
30
G.A.Aalten, Archief Drost en geërfden van de Heerlijkheid
Bredevoort, Inv.156, fol.39. Liberale Gift, maart/april 1748.
31
R. Kappers, Jan Kappers, zoon van Jan Kempink. In: Contactorgaan
Oudheidkundige werkgemeenschap Aalten, Dinxperlo, Wisch, ADW (december
1980), blz. 42-47.
R.A.Gelderland, Arnhem, Recht.Arch.Bredevoort, Inv.438
dd. 29 juni 1724.
38
G.A.Aalten, Archief van Drost en Geërfden van de
Heerlijkheid Bredevoort, Inv. 155 (Vermeij).
39
R.A.Gelderland, Arnhem, Recht.Arch.Bredevoort, Inv.540,
20 april 1790.
40
G.A.Aalten, Kaartsysteem Aaltense goederen, buurtschap
IJzerlo, Rengelink. Proces waarbij sprake is van een nieuw pachtcontract
voor 12 jaar dd. 26 jan 1756 en "den volgende bouwman".
R.A.Gelderland, Arnhem, Recht.Arch.Bredevoort, Inv.315,
nr.4052 dd. 9 sep 1808 en Inv.457, fol.66 en 67.
46
Bij haar overlijden wordt zij aangemerkt als weduwe van
Arend Jan Kappers, oud 75 jaar; dit plaatst haar geboortejaar op ca. 1752.
Van haar huwelijk met Akstege wordt geen melding gemaakt in de overlijdensakte.
R.A.Gelderland, Arnhem, Recht.Arch.Bredevoort, Inv.315,
akte nr. 4052.
49
G.A.Aalten, Archief gemeente Aalten Inv. 39 (Bijleveld)
Register houdende benamingen der woningen van Aalten, namen der bewoners
boven de 12 jaren; anno 1813. Huis Heurne 24/302.
G.A.Aalten, Oud Archief Aalten, Inventaris Bijleveld
nr. 39, Register houdende benamingen der woningen van Aalten, namen der
bewoners boven de 12 jaren, enz. anno 1813.
G.A.Aalten, Oud Archief Aalten, Inventaris Bijleveld
nr. 39, Barlo 28/569.
54
Haar doop is te Winterswijk niet gevonden. Bij haar overlijden
wordt zij aangeduid als dochter van J.H.Hietbrink en Geertjen Hietbrink;
bij haar huwelijk met Freriks wordt zij genoemd dochter van Jan Willem
Hietbrink.