Aan de werknemers en de vrijwilligers van het Rode Kruis

We leven in tijden van oorlog. Een oorlog buiten de grenzen in de Balkan, in Afghanistan en in Irak; een oorlog binnen de grenzen tegen de immigranten. Wij zijn 'burgers' van een oorlogvoerend land dat gebieden bezet en voltallige bevolkingen onderwerpt, wij zijn 'burgers' van een land waar het geïnstitutionaliseerde racisme een spil is van de regerende politiek, zowel van centrum-rechts als centrum-links. Sinds het begin van de jaren '90 is Italië een permanent luchtsteunpunt van de NAVO geworden in het Mediterane gebied en ontwikkelt het een logistieke rol die fundamenteel is voor de conflicten in dit gebied. In dezelfde periode heeft 'ons land' zich ook opgeworpen als politieagent die de immigratie managet in het Europees-Mediteraan gebied.

De samenleving zelf wordt gemilitariseerd terwijl steeds grotere delen ervan ingelijfd worden bij de oorlogsbedrijven en het management van de vrede. De brandweer wordt voortdurend ingezet in vredesoperaties. De werknemers van de ATM (openbaar vervoer van Milaan) werden gebruikt om immigranten die een huis hadden bezet te vervoeren naar het politiekantoor, terwijl de kaartjescontroleurs op de bussen en trams de verblijfspapieren vragen en de immigranten die dat niet hebben daarna overdragen aan de politie. De werknemers van de luchthavens worden hartelijk uitgenodigd tot de onverschilligheid en de stilte tegenover de deportaties via vliegtuigen en het verzet daartegen... En de werknemers en de vrijwilligers van het Rode Kruis? Als het niet betwijfelbaar is dat een groot deel van de vrijwilligers en werknemrs van het Rode Kruis vertrekken vanuit een respectabele intentie (gezondheidsdiensten verschaffen, ambulances rijden,...), is het toch evenzeer waar dat zij, vanop een comfortabele afstand, hun ogen sluiten voor de organisatie waar ze deel van uitmaken. In de decors van oorlog managet het Rode Kruis, onder het wakend oog van het leger en de politie, het probleem van de overlevenden, van de geëvacueerden, van de vluchtelingen, waarbij ze bijdragen tot de aanvaarding van de opgelegde gewapende vrede. De prikkeldraad die de kampen van het Rode Kruis waarin zij zullen worden opgeborgen omringt, zegt veel over de idee van de 'humanitaire oorlog'.

Maar dezelfde prikkeldraad die de kampen van het Rode Kruis in een oorlogscontext omringt, omringt ook de asielcentra die voor een deel onder hun controle staan. De directies van het Rode Kruis verdedigen in discussies en debatten te vuur en te zwaard deze hedendaagse operaties, en ook letterlijk in de vorm van bodyguards binnen de asielcentra. En niet alleen binnen de centra: de vriendelijkste van die politiemensen van het Rode Kruis, gaat ook verder in de tribunalen en rechtbanken waar zij deelnemen als getuigen in het voordeel van de aanklager, waar zij bijdragen tot de criminalisering en de repressie van de immigranten die zichzelf proberen te bevrijden of die hun deportatie naar hun eigenlijke 'landen van oorsprong' willen tegenhouden.

De asielcentra zijn concentratiekampen. Hoe zou jij denken over een persoon die de nazi's had geassisteerd in de repressie van ontsnappingspogingen van gevangenen? Hoe zou jij denken over een persoon die betrokken was bij het transport naar de vernietigingskampen? Zou jij geloven dat deze personen werden gedreven door 'liefdadigheid'? Het lijden verlichten betekent niet het verzorgen van een immigrant die in elkaar is geslagen door de politie zonder publiekelijk diegene die dit gedaan heeft af te keuren, en al helemaal niet om te collaboreren met de dader van dit geweld. Het lijden verlichten betekent niet het verzorgen van een immigrant die uit woede zich heeft verwond door een een scheermees of een stuk glas in te slikken om zijn of haar deportatie te vermijden, zonder de redenen van zulke actie publiekelijk bekend te maken. Het lijden verlichten betekent niet het toedienen van kalmeringsmiddelen om de geesten van zij die niet willen vastgehouden of gedeporteerd worden te verzoenen met hun 'lot'.

Wij nodigen de werknemers en de vrijwilligers van het Rode Kruis uit om niet meer te doen alsof ze van niets weten, en uit de grijze zone van de collaboratie, die de sterkte is van alle onderdrukking, te treden. In tijden van oorlog is stilte medeplichtigheid.

Tegen de gesloten centra en zij die ermee collaboreren! Stop deportaties en zij die dat mogelijk maken! Vrijheid voor alle immigranten!

 
Tegen alle grenzen.

Uit:Tempi Di Guerra, nr 5.