Van het Iraakse moeras naar het cement van de metropool

 
'Iraqi quagmire' (Iraaks mijnenveld, uitzichtloze situatie) is de uitdrukking die de Amerikaanse autoriteiten nu zelf gebruiken om de moeilijkheden te beschrijven waarin de militaire bezetting in het Midden-Oosten geraakt is.

Het is dan ook een echt moeras waaruit voortdurend bedreigingen opduiken. Bedreigingen die door de vloedgolf van geld en bommen niet de kop ingedrukt kunnen worden.

De verkiezingen in Irak eind januari zijn daar een mooi voorbeeld van. Op 30 januari veroorzaakte een nachtelijke raketaanval tegen de ambassade van de Verenigde Staten twee doden en vier gekwetsten. Door het hele land waren er ontelbare aanvallen tegen politiekantoren en -spijtig genoeg- ook tegen rijen kiezers (edoch, later werd het duidelijk dat in grote delen van het land de bevolking ging stemmen omdat de bezettingstroepen dreigden de bedeling van voedselrantsoenen stop te zetten als ze niet gingen stemmen, wat werd bevestigd door de Washington Post). De voorlopige bestuurder van Irak, Allawi, kondigde voor een maand de staat van beleg af. En dit is dezelfde Allawi die de Salvador Option propageerde, een anti-opstandstrategie die de VS in Irak invoerden en gebaseerd is op de doodseskaders die het organiseerde en financieerde in het Latijns-Amerika van de jaren '80.

Het is dan ook geen toeval dat de nieuwe Amerikaanse ambassadeur in Bagdad John Negroponte is, officier geweest in Vietnam en later -begin jaren '80- zowel Amerikaanse zaakgelastigde in Centraal-Amerika, als organisator van de Contra's in Honduras. Een specialist in marteling en ontvoering, ambassadeur bij de Verenigde Naties ten tijde van het rapport over Saddam Hoesseins' "massavernietigingswapens" en vandaag coördinator van de 15 geheime diensten die de VS rijk zijn.

Volgens het Amerikaanse pro-regerings weekblad Newsweek is de nieuwe strategie erop gericht om "de mensen op straat doodsangst in te boezemen voor de risico's die het helpen van rebellen met zich meebrengt", in het bijzonder degene die "Soennitische opstandelingen" helpen.

Deze zogenaamde terroristen weten -in tegenstelling tot veel westerse pacifisten- perfect hoeveel draagvlak het verzet onder de bevolking heeft en hoe wijd verspreid het wel is. En dat werd mooi aangetoond door het beleg van Fallujah afgelopen november waar honderden plattelandsbewoners, zo goed en zo kwaad bewapend als ze konden, de stad konden bereiken als een revolte-per-tractor. De elite in Washington vertelt ons dat de medeplichtigheid van het volk vernietigd moet worden door het meest blinde geweld.


De nieuwe doodseskaders zijn vooral samengesteld met Koerdische Peshmerga's (nationalistische strijders) en Sjiïetische fundamentalisten. Beide groepen hebben zichzelf al bewezen -de eerste in het noorden, de tweede in het zuiden- tijdens de repressie tegen de gigantische opstand tegen de oorlog en Saddam's regime die uitbrak in maart '91. Het is aan deze groepen en de voormalige Republiekeinse Garde van de Iraakse dictator dat de VS de pacificatie van het sociaal conflict toevertrouwt... . De Koerdische nationalistische partijen (De Patriottische Unie van Koerdistan en de Koerdische Democratische Partij) zijn eigenlijk al hele een tijd aan het collaboreren met de VS in ruil voor de autonomie van Koerdistan. Het is geen toeval dat Jalal Talabani, als vertegenwoordiger van de Koerdische bezittende klasse en de leider van de Patriottische Unie van Koerdistan, de nieuwe president van Irak is. Zijn wandaden tegen de hele bevolking zijn zo goed bekend dat tijdens de rebellie van Sulaimanniaya in maart '91, de opstandelingen hem zelfs niet in de stad wilden binnenlaten. Hij maakte naam door woekeren tijdens de oorlog, de repressie tegen opstandelingen en door deserteurs uit te leveren (inclusief Koerdische). Hij is nu president van het bevrijde Irak. De pogingen van de VS om Sjiïeten en Soennieten tegen elkaar op te zetten om een totale volksopstand onmogelijk te maken, zijn een constante. De enige manier om de macht te veroveren is door de bezettingsmacht te tonen dat je de protesten van de bevolking onder controle kunt houden. By any means necessary.


En toch hebben de verkiezingen en het geweld van de nieuwe politie en de doodseskaders helemaal niets gepacifieerd. Naast de aanvallen -de enige vorm van verzet waarin de internationale pers geïnteresseerd is- zijn er intense strijden bezig in veel fabrieken, met bezettingen, blokkades en sabotage, allemaal met volledige boycot van de regeringsvakbonden.

En daar kun je nog het stijgende aantal Amerikaanse deserteurs bijtellen. In oktober weigerden 18 reservisten een missie ten noorden van Bagdad uit te voeren en het aantal deserteurs die Irak konden verlaten door 500 dollar per man te betalen aan het Iraakse verzet, is opgelopen tot 2500. Daarbij moet je nog eens de meer dan 5000 soldaten -waaronder officieren- bijvoegen die voor de legerdienst opgeroepen werden maar in plaats daarvan naar Canada vluchtten om niet naar Irak of Afghanistan gezonden te worden. Ook het aantal nieuwe rekruten daalt, ondanks een loonsverhoging. Menselijke wezens - de o zo onbetrouwbare variabele in een hoogtechnologische oorlog - laten het afweten. En dus arriveerden er een paar weken geleden in Irak robotten met lichte machinegeweren en videocamera's die vanop een kilometer afstand draadloos bestuurd kunnen worden. Het is zoals in dat bekende antimilitaristische gedicht van Bertold Brecht: mijnheer de generaal, je machines hebben maar één gebrek: de mensen die ze besturen. Twee voorbeelden tonen aan dat een totale desertie alleen ogenschijnlijk nog veraf is. Toen ze chaos tijdens de Iraakse verkiezingsklucht vreesden (de Koerdische verkiezingen van '92 werden uitgesteld door sabotage en konden vervolgens enkel georganiseerd worden door een ware staat van beleg), toonde de Italiaanse bezettingspolitie in Irak hun leerlingen beelden van... de G8 top in Genua. Opstandelingen in Italië en in Irak worden op dezelfde manier bekeken, wel met het verschil dat moord en foltering veel makkelijker zijn in Irak: de praat over dialoog en geweldloosheid heeft enkel waarde voor een kleine minderheid en blijft dode letter voor de miljoenen onderdrukten op deze planeet.

Na de slachtpartijen, het gebruik van gifgas en het slopen van woningen is Fallujah een complete spookstad geworden waar minder dan 20 % van de bevolking naar teruggekeerd is. Wat hen opwachtte was dezelfde procedure die alle arme vreemdelingen die de VS binnen willen, moeten ondergaan: vingerafdrukken en irisscans. De nieuwe identiteitskaarten met biometrische gegevens voor de Irakezen liggen klaar. De bewoners van het grote niets genaamd Fallujah zullen democratische burgers zijn of zullen niet zijn.


Het Iraakse moeras is niet meer of minder dan het cement van onze metropool dat tot op het kookpunt is gebracht. De marteling van Irakezen is de doortrekking van de folteringen in de concentratiekampen voor immigranten en de gevangenissen van de democratische en gepantserde vrede. De leefomstandigheden van de Iraki's zijn een hel net buiten de poorten van het kapitalistische paradijs. Daar worden ze afgeslacht omdat wij onze bek houden. Onze stilte maakte ook de Abu Ghraib gevangenis oninneembaar toen ze wanhopig werd aangevallen door Iraakse opstandelingen. Hier houden we onze muil omdat ze daar afgeslacht worden. Het maakt de militaire agressie tot een waarschuwing voor alle mogelijke opstandelingen in de sociale oorlog. Hoe lang nog ?

 
Uit: "Tempi di Guerra" n°4, april 2005